Preek 22/23 februari 2025 – 7e zondag door het jaar

25 februari 2025

Verkondiging in de Sint Jansbasiliek, 22/23 februari 2025 Zevende zondag door het jaar (1 Samuël 26 pass.; 1 Kor. 15, 45-49;Lucas 6, 27-38)

Het wordt ons vandaag niet gemakkelijk gemaakt. “Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten.”

Ja, kom daar nu eens mee aan in onze tijden vol van spanning, oordeel, oorlog en dreigende oorlog. “Zoals u wilt dat de mensen u behandelen, moet u ook hen behandelen”. Die uitspraak van Jezus noemen wij de gulden regel. Een monument van beschaving. Probeer in de schoenen van de ander te staan, hoe anders hij of zij of zijn land en cultuur ook is. Een sublieme gedachte, die ons ertoe aan wil zetten om het perspectief van God te delen. ‘Word een kind van de Allerhoogste die immers ook goed is voor ondankbaren en slechten’. Neem, als je dat van jezelf kunt verkrijgen de positie in van God, die op de mensen neerziet van omhoog, hun onderlinge strijd, hun wederzijdse veroordelingen, hun zelfzucht, hun alle perken te buiten gaande winstbejag, egoïsme, narcisme. En dat terwijl de wereldsituatie nu zó is dat je geregeld dreigt toe te geven aan veroordeling of zelfs haat.

De eerste lezing vormt een indrukwekkende illustratie van de woorden van Jezus. Zijn voorvader David staat in het hart van het verhaal. Op het moment waarop wij hem aantreffen wordt hij al tijden vervolgd door koning Saul, de eerste koning van het oude Israël. Zijn koningschap begon zo mooi. Het volk was weg van hem. Met zijn lengte troonde hij boven allen uit. Wellicht kent u het verhaal van zijn teloorgang. Hij werd jaloers op de jonge David, die het volk had bevrijd van zijn grootste vijand. David werd steeds populairder en Saul vermoedde dat hij hem, de oudere koning, van de troon wilde stoten. Saul werd niet alleen depressief maar ook agressief, hij leed aan achtervolgingswaan. David moest vluchten, verzamelde een klein legertje om zich heen van daklozen, landlopers, dubieus volk. Maar ja, hij moest zien te overleven. Dan – vertelt onze eerste lezing – op een dag zou hij zich zo maar kunnen ontdoen van de koning die hem wil doden. Wanneer David had toegeslagen zouden wij misschien hebben geapplaudisseerd. Zoals mensen wel doen als een machthebber een boosdoener uitschakelt. Helemaal goed, denken mensen dan. Ook al blijf er ook iets wringen. Kán dit zomaar; staat het recht dit wel toe, de menselijkheid?

David – hoe gekweld en opgejaagd hij ook is – vindt van niet. De bijna krankzinnige koning blijft een mens, een gezalfde, dat wil zeggen begiftigd met Gods Geest. David slaat niet toe. Nee, hij doet iets groots. Hij zoekt het hart van de koning, het zieke, verzuurde hart van de koning. ‘Zie nu toch eens naar uzelf, kijk toch eens naar uw binnenste, zie toch hoe ver u van uzelf, uw menselijkheid, uw roeping, uw zalving bent afgedwaald…’ “De Heer had u vandaag aan mij overgeleverd, maar ik heb de hand niet willen slaan aan zijn gezalfde.”

Paulus schrijft aan de Korintiërs, onze tweede lezing: “De eerste mens, uit de aarde genomen, is aards; de tweede is uit de hemel.” Beide mensen leven in ons: de aardse mens, die gewoon met gelijke munt terugbetaalt en de hemelse mens, die daarbovenuit stijgt. Natuurlijk heeft Paulus het over Jezus. Hij wijst alle mensen die gezalfd zijn de weg: Saul, de koning, en David, ook gezalfd, de jonge vorst, die zich werkelijk koninklijk gedraagt. Ook wij zijn gezalfd, bij het doopsel en en het vormsel. Ook de Sauls van onze dagen zijn gezalfd bij het doopsel, de presidenten van Rusland en Amerika, gezalfde mannen, en de president van Oekraïne, man van de joodse gemeenschap, het eerstgeroepen volk. We moeten bidden dat de geest van David en zijn nazaat Jezus over hen vaardig wordt, de zalving met de Heilige Geest.

Ook wij zijn gezalfd of worden het binnenkort. Juist nu de wereld zo spannend wordt zouden we meer bewust kunnen proberen te leven uit die zalving, uit die geest die ons brengt tot inlevingsvermogen in de ander, ja tot gebed voor onze vijanden. Wat voor bijzonders doe ik, doen wij eigenlijk als we allen bidden voor onze vrienden. Dat is geen kunst. Van christenen wordt gevraagd een stap verder te gaan.

Zoals Jezus deed, die niet alleen heeft geleden en gestorven is voor zijn vrienden, maar voor allen; die op het kruis bad voor zijn vijanden. Dan zal ons loon groot zijn, dan zullen we kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbaren en de slechten.” Amen.

Andere berichten

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Vul onderstaand formulier in en we sturen jou de maandelijkse nieuwsbrief per mail toe!