Preek 24/25 mei 2025

26 mei 2025

Verkondiging in de Sint Jansbasiliek, 24/25 mei 2025, zesde zondag van Pasen[1]

Op deze zondag, de zesde van de Paastijd, hield ik drie jaar geleden mijn laatste preek in mijn vorige parochie in Amsterdam-Noord.
Een enorme parochie met één katholieke kerk. Toen ik daar zeventien jaar eerder begon waren er vijf katholieke kerken en gemeenschappen, een zesde was al veel eerder gesloten. In die zeventien jaar van mijn pastoraat werden vier kerken gesloten. Het kon niet anders. Er waren te weinig parochianen en te weinig middelen. Een zware tijd, maar ook een indrukwekkende en hoopgevende periode. Uiteindelijk is er een bloeiende parochie uit gegroeid. Eén gemeenschap met één mooie kerk.

Wat gebeurt er met een gemeenschap als haar gebouw sluit? Zij sluit zich aan bij een gemeenschap en in een kerk die open blijft.
Dan wordt het spannend: hoe worden de mensen ontvangen? Als bestuur, als pastoor moest je dan heel goed opletten.
Die ontvangende gemeenschap was heel vriendelijk, maar soms ook pijnlijk duidelijk voor de dakloze, nieuw aangekomen parochianen: ‘van harte welkom, maar hier doen wij het zo, zo zijn onze gebruiken, zo hebben wij het hier altijd gedaan.’

Daar hebben we van geleerd, want zo verlies je mensen, die zich eigenlijk niet welkom voelen.
Hun verhaal, hun geschiedenis, hun manier van bidden, zingen, geloven, spreken, vergaderen wordt genegeerd.

Onlangs sprak ik een bijzonder lieve vrouw die zich pas gevestigd had in een verzorgingshuis. Zij vertelde hoe verschrikkelijk de eerste weken waren  geweest. Niet omdat haar woning niet mooi was of de maaltijden niet smakelijk, maar om de barrières die mensen opwierpen.
Haar zoektocht naar een plaatsje in de eetzaal, waar ieder haar of zijn onschendbare eigen plaats had, bewaakt als was het het kostbaarste bezit.
‘U bent welkom, maar houd je wel aan onze regels en vaste plaatsen en gewoonten.’
Geen interesse in haar verhaal, haar geschiedenis, de ander als een bedreiging van mijn plaats aan tafel, in huis, in het land.

We hoorden daarover in de eerste lezing, de Handelingen van de Apostelen, het boek over de eerste tientallen jaren van de kerkgeschiedenis.
Het ongelooflijke is toen gebeurd, ook niet-joden, toen heidenen genoemd, kwamen tot geloof in de ene God in Jezus Christus, de verrezen Heer.
Waren zij eigenlijk wel welkom?

Wie erbij wilde komen moest zich toch houden aan alle geboden en voorschriften van de Wet van Mozes, inclusief voor mannen de besnijdenis?
Wat dachten die nieuwkomers wel niet? ‘Zo zijn onze regels. Zo hebben wij het altijd gedaan.’ Dat is voor veel gelovigen het ultieme argument.
In zo’n geestelijke omgeving luistert niemand naar de nieuweling, naar haar of zijn geschiedenis, kijk op het leven. Een zelfgenoegzame geloofsgemeenschap dus.

Maar gelukkig gaan de apostelen in Jeruzalem en anderen nadenken, met elkaar overleggen, luisteren, bidden tot de heilige Geest.
En dan komt er dat wonder van een besluit. Misschien wel het belangrijkste besluit uit de hele kerkgeschiedenis.
Ik citeer het nog maar eens. “De heilige Geest en wij hebben besloten u geen zwaardere last op te leggen dan het strikt noodzakelijke.”

Kijk, zo kan het ook. De apostelen brengen het op om even alles opzij te zetten, om met een nieuwe blik en een ruim hart naar die nieuwelingen te kijken, mensen die geraakt waren door Jezus en zijn verrijzenis, zijn bevrijdend, verlossend leven. Dat is genoeg.
‘Wij hebben vertrouwen in de heilige Geest. Wij zullen jullie niet om de oren slaan met onze protocollen, met onze integratietrajecten. Wij kijken ook naar onszelf: is onze gemeenschap waar jullie bij willen horen, wel  zo geweldig dat jullie je precies moeten aanpassen, of kunnen ook wij nog iets leren van jullie, nieuwelingen?’

Jezus zegt vlak voor zijn heengaan: “De heilige Geest die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren…”
Wij ontvangen de heilige Geest, een soort innerlijke leermeester die ons de weg zal wijzen.
Wij kunnen nu nog niet alles weten, wij hoeven ons uit angst en onzekerheid niet op te sluiten in ons eigen gelijk, onze talrijke angstig bewaakte zekerheden. Wij mogen gaan leven in de ruimte, in de vrijheid van de heilige Geest. Om te beginnen in de kerkgemeenschap.
Zij is geroepen alvast te oefenen om gastvrij, vol vertrouwen te zijn in de heilige Geest en in de mensen die naar haar toe komen. We bidden vervolgens voor onze wereld, die zich verdeelt in verschillende ideologieën en partijen; waar de angst en het wantrouwen de overhand lijken de krijgen.

Jezus belooft ons zijn vrede. “Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u.” Die woorden kennen wij uit ons hoofd, wij horen ze in elke eucharistieviering, vlak voor de heilige Communie. Niet zomaar vrede, geen schijnvrede, geen lieve vrede waarvoor de echte problemen onder het tapijt worden geschoven, nee de vrede die gepaard gaat met waarheid, oprechtheid, ware menselijkheid, wederzijdse openheid en interesse voor de ander.
“Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u. Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden.”
Moet de Geest, de grote innerlijke leermeester,  ons een moedig, ruim, liefhebbend hart geven.
Amen.

pastoor Nico van der Peet

[1] Handelingen 15, 1-2. 22-29; Apokalyps 21, 10-14. 22-23; Johannes 14, 23-29

Andere berichten

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Vul onderstaand formulier in en we sturen jou de maandelijkse nieuwsbrief per mail toe!