
“Hij zag en geloofde.”[1]
Het was Johannes, de vriend, de leerling die het meest close was met Jezus, die als eerste geloofde in de opwekking, de opstanding van Jezus uit de dood.
Deze apostel nam een bijzondere plaats in temidden van de twaalf leerlingen van Jezus. Tijdens het laatste avondmaal speelde hij een hoofdrol. De anderen zaten aan tafel, ieder op zichzelf, wellicht een beetje onrustig. Er hing dreiging in de lucht. Judas was weggelopen.
Het zal je gebeuren dat een van jouw tafelgenoten opstaat en wegloopt!
Wat is dit voor een gezelschap? Een gespannen Familiediner. Je kunt het zien in een televisieprogramma hoezeer mensen elkaar pijn doen tijdens een maaltijd, de eenheid verbreken, het wantrouwen voeden. Je ziet ook hoe ontzettend moeilijk is zo’n wederzijds opgelopen schade in de menselijke verhoudingen weer te herstellen. Je vergeet zoiets nooit.
Elke leerling bleef op zichzelf ook al hadden zij aan één tafel gezeten. Maar Johannes zat heel dichtbij Jezus. Sterker nog, hij leunde tegen zijn borst. Hij kon als het ware zijn hart horen en voelen kloppen.
Hij is ook de enige leerling die -volgens het vierde evangelie- bij Jezus gebleven was, ook toen Hij aan het kruis hing. Vriendschap en liefde overwinnen de angst, de berekening, helpen je eigen belangen en veiligheid te overstijgen. Of anders gezegd, met de oude hymne van Witte Donderdag: “waar vriendschap is en liefde daar is God.”
De andere leerlingen, ook Petrus, waren gevlucht, bang ook zelf gegrepen te worden. Johannes bleef. Johannes kende Jezus’ hart. Zijn vriendschap met Jezus brengt hem tot geloof. Hetzelfde geldt even later voor Maria Magdalena. Ook zij liep niet weg uit angst voor zelfbehoud.
De schilder van onze magnifieke kruiswegstaties, Cornelis de Moor, beeldt het prachtig uit in de twaalfde statie, de dood van Jezus. Johannes zie je daar samen met Maria bij de stervende Jezus en aan de voet van het kruis en diep gebogen, ineengekrompen van verdriet, Maria Magdalena. Je zou kunnen zeggen: alleen wie liefheeft, wie het hart van Jezus zoekt, wie de diepste ellende met Hem heeft gedeeld, kan geloven in de verrijzenis. Alleen vriendschap die in stand blijft in alle seizoenen van het leven, geeft hoop en staat open voor nieuw leven, voor opstaan uit de diepste verlatenheid.
Of nog anders gezegd: zonder een persoonlijke band van vriendschap met Jezus wordt het leerstuk van de verrijzenis uit de doden een al of niet wetenschappelijke, bloedeloze discussie over de waarheid. Aan die discussies kan een kerk, kan een gemeenschap te gronde gaan. Ons worden in het katholieke geloof geen dogma’s door de strot geduwd, ons wordt een persoonlijke band, ja vriendschap met de verrezen Christus aangeboden. Hij, die is opgestaan, kan uw, jouw, mijn leven richting en zin geven, warmte en geborgenheid.
Wie geloof wil afdwingen zal de ander verliezen en wie zichzélf tot een geloof wil dwingen, zal waarschijnlijk ooit afhaken. Het geloof is geen bloedeloze mening of overtuiging maar een vriendschap. Pasen is het feest van de vriendschap die niet opgeeft.
Bovendien is Pasen het feest van het herstel van de verbroken vriendschap, het is het feest van de vergeving, de verlossing van bedreven kwaad. Op de eerste plaats het kwaad van Petrus, die Jezus had verloochend en in de steek gelaten. Driemaal had Petrus Hem verloochend, toen Jezus het meest nood had aan bescherming. Driemaal heeft Jezus Hem na de verrijzenis ondervraagd: heb je Mij lief? Niet: ‘doe je precies wat ik je voorhoud, loop je wel keurig in de pas?’ Niet wordt het schulddossier van Petrus op tafel gelegd, geen verlammend verleden, maar: ‘Heb je mij lief?’ Na drie bevestigende antwoorden van Petrus vindt de angstige apostel vergeving.
Wij leven in een harde wereld, zusters en broeders, waar oude vriendschappen, tijdenlang gekoesterde banden op het spel staan of al verbroken zijn. In die harde wereld, waaraan Jezus gestorven is, vieren wij zijn verrijzenis. Zijn vriendschap met de mensen overwint de ontrouw en herstelt de vrede. Laten wij onze vriendschap met Jezus en met zijn hemelse Vader aanhalen, versterken, nieuw leven laten inblazen door de Heilige Geest. Laten wij onze vriendschap met elkaar, in onze gezinnen en families versterken en dieper beleven en de moed hebben verbroken banden te herstellen.
Hij zag en geloofde.
De vriendschap, de liefde van Johannes voor Jezus maakte hem ziende en bracht hem geloof.
Laten ook wij leven als vrienden van Jezus. Amen.
pastoor Nico van der Peet
[1] Hand., 70, 34a. 37-43; Kol. 3, 1-4; Johannes 20, 1-9