
Verkondiging in de Sint Jansbasiliek (en in de Johanneshove, vrijdag 14 februari 2025), 15/16 februari 2025, zesde zondag door het jaar (Jeremia 17, 5-8; 1 Korintiërs 15, 12. 16-20; Lucas 6, 17. 20-26)
“Jezus daalde samen met de twaalf van de berg af.” De twaalf, de eerste leerlingen die Jezus heeft geroepen. Zij zijn het fundament, het begin van zijn nieuwe gemeenschap. Zij zijn geroepen, zij zijn voor een groot deel vissers. De leider, Petrus, heeft gehoord uit de mond van Jezus: “voortaan zul je mensen vangen.” Jezus ziet het talent van Petrus en geeft dit een nieuwe wending, bestemming, een nieuwe roeping.
Zij waren bovenop de berg. Daar was Jezus in gebed, hoog boven de drukte van alledag. Alles begint bij het gebed, de inkeer, de innerlijke overweging. Anders dobberen we als een stuurloos vissersbootje op het Meer. Het gebed helpt je aandachtig, gefocust te leven, steeds opnieuw je opdracht, je roeping voor je te zien.
Maar de kerk van Jezus, die gemeenschap van de twaalf, de apostolische kerk is geen wereldvreemde club die gedistantieerd van de wereld in haar hoogverheven afzondering leeft. Nadat Jezus heeft gebeden en zijn eerste twaalf leerlingen heeft geroepen daalt Hij met hen de berg af. Nu moet de kerk naar het vlakke terrein van de aardse realiteit.
Deze week schreef paus Franciscus een stevige brief aan de Amerikaanse bisschoppen. Zij moeten hun hoge berg verlaten en naar het vlakke terrein gaan van dat enorme land waarover zij als geestelijke herders zijn aangesteld. Zij moeten, aldus de Romeinse opperherder, opkomen voor de zwakste en meest kwetsbare mensen in hun bisdommen, die als rechteloze mensen worden opgejaagd, geïsoleerd en het land uitgezet. Als de kerk nu nog op haar hoge berg blijft in gebed en onder elkaar, dan mist zij haar roeping. Als zij nu niet spreekt dan heeft zij niets meer te zeggen.
De kerk heeft geen aardse macht en zij moet die ook vooral niet ambiëren, haar kracht bestaat uit het woord, het spreken van het woord van Gods liefde, waarheid en gerechtigheid. Spreken over recht die komt vóór de macht: anders wordt de wereld een slagveld en zijn de kwetsbaren, de vreemdelingen en de armen nérgens meer en overgeleverd aan de machtigen.
Zo is Jezus na het noodzakelijke gebed en na het samenzijn met zijn twaalf apostelen afgedaald naar een vlak terrein. Wij horen zaligsprekingen en weeroepen. Bij de evangelist Matteüs lezen wij alleen acht zaligsprekingen, uitgesproken hoog op de Berg. Bij de evangelist Matteüs lezen wij over Jezus die als een nieuwe Mozes de oude wetten verduidelijkt en actualiseert. De evangelist Lucas heeft de Heer een slag anders ervaren. Hij ziet Jezus niet hoog op de berg blijven, maar afdalen naar het gewone leven. Hij vertelt over de voorkeur van Jezus voor de armen, de hongerigen, de bedroefde mensen, de gehate en geminachte mensen en wie uitgestoten zijn. Voor Jezus komen zij in zijn kerkgemeenschap op de eerste plaats.
Met die boodschap heeft de paus de Amerikaanse bisschoppen en over hun hoofden heen heel dat grote volk en zijn leiders en eigenlijk ook ons allen, bewoners van de bevoorrechte westerse wereld, wakker geschud. Laten wij het onrecht dat in deze tijd de armen, de vreemdelingen wordt aangedaan op zijn beloop?
Paulus legt ons vandaag uit waar wij de moed en hoop vandaag kunnen halen om als vriend van Jezus, als volgeling en woordvoerder van Jezus te kunnen leven en als het moet, optreden. Paulus spreekt over de hoop. “Indien wij enkel voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.” Nee, christenen leven met een perspectief dat verder reikt: “Maar zo is het niet! Christus is opgewekt uit de doden als eersteling van hen die ontslapen zijn” Het onrecht, de leugen, het geweld dat Hem heeft gedood zal uiteindelijk het onderspit delven in deze wereld. Zijn opstanding uit de dood geeft ons hoop. ‘Pelgrims van de hoop’, is het motto van het Heilig Jaar en ook van onze parochie. Laten wij als hoopvolle mensen Jezus volgen, die uit liefde en barmhartigheid zijn hoge positie heeft losgelaten en is afgedaald naar ons kwetsbare, sterfelijke bestaan, om ons op te tillen tot nieuwe hoop en eeuwig leven. Amen.