Verkondiging in de Sint Jansbasiliek,
vooravond eerste zondag van de advent
29 november 2025[1]
“Weest ook gij bereid.”
Zusters en broeders, wij leven in de tijd van de noodpakketten, de noodradio’s op batterijen en het plannen maken voor tijden van nood. De overheid heeft ons deze week een boekje gestuurd met praktische tips voor tijden van nood, met als titel: “Bereid je voor op een noodsituatie”.
Zij roept ons op tot waakzaamheid.
Zoals de liturgie, de heilige Schrift altijd doet aan het begin van de advent, die wij vanavond beleven. In de steeds meer duister wordende wereld hebben wij een eerste kaars ontstoken. Eén kaars kan in een huis waarin de elektriciteit is uitgevallen een wereld van verschil maken.
Jezus zegt ons vandaag: “weest waakzaam.”
Hij houdt ons een model van waakzaamheid voor: Noach.
Zijn tijdgenoten leefden er lustig op los. Zij aten en dronken, huwden en werden ten huwelijk gegeven. De zondvloed kwam eraan, de wereld dreigde kopje onder te gaan, maar de mensen keken de andere kant op.
Behalve Noach.
Terwijl iedereen nog droge voeten had begon hij alvast een ark te bouwen. ‘Better safe than sorry,’ moet hij hebben gedacht. Hij liet het niet bij een noodpakket, hij bouwde letterlijk aan een veilige toekomst, aan het behoud van het leven van mens, dier en de gehele aarde.
“Wees ook gij bereid, want op het uur dat je het niet verwacht, komt de Mensenzoon.”
Noach had een visioen.
In de bijbel betekent het visioen: dat je verder kijkt dan de toestand zoals hij nu is. Een visioen is geen verzameling angstige of spectaculaire beelden, maar een visie hebben, wéten welke weg je moet inslaan naar de toekomst; wéten waar de mensheid, de aarde naar toe moet om te leven, te overleven. Wij hoorden het visioen ook van Jesaja. Deze profeet had weinig reden tot hoop. Het volk en ook hijzelf leefden in ballingschap. Maar voor zijn geestesoog zag hij het inmiddels verwoeste huis des Heren oprijzen en hij zag de volken erheen stromen. Een groots visioen van de stad van vrede waar de mensen zouden samenkomen. Zij zullen zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot sikkels. Geen wapens om elkaar te bestrijden maar materiaal om de aarde te bewerken en voedsel te produceren.
We moeten wakker woorden, zegt de apostel Paulus, niet langer vluchten in de slaap van de onwetendheid en zorgeloosheid. Niet meer denken: na ons komt de zondvloed, maar: met Noach de zondvloed vóór zijn,
“Bekleedt u met de Heer Jezus Christus…”
Hij die komt, die in ons midden geboren zal worden en opgroeien, Hij is de ark van onze redding.
Jezus, zijn naam betekent: God redt.
Hem moet je, zegt Paulus, als een kleed aantrekken, zoals ook bij ons gebeurd is toen wij gedoopt werden en het doopkleed ons werd aangetrokken.
Wij gaan toeleven naar Kerstmis.
Wij bidden voor onze wereld en wij zien uit naar redding.
Ons noodpakket is Christus, de Zoon van God.
Ons voedsel voor onderweg in deze bange wereld is de eucharistie.
Zo blijven wij geestelijk op de been.
Wij ontmoeten Hem in deze kerk, in deze ark, waar wij in onze donkere wereld samen komen en hopen en bidden om redding voor onszelf en voor heel de wereld.
Moge de adventstijd onze hoop, onze moed en ons geloof versterken, zich uitend in daden van liefde.
Amen.
pastoor Nico van der Peet
[1] Jesaja 2, 1-5; Romeinen 13, 11-14; Matteüs 24, 37-44























