Onder de heiligen uit het evangelie neemt Johannes de Doper een vooraanstaande plaats in (Mt. 11, 11; Lc. 1, 15). Zijn moeder Elisabeth was al hoogbejaard bij zijn geboorte. Johannes trok zich eerst terug in de woestijn (Lc. 1, 80) en begon zijn boeteprediking rond de jaren 28-29 van onze tijdrekening. Hij diende een doopsel van boetvaardigheid toe en kondigde de Messias aan, die hij in Jezus herkende.
De grootheid van Johannes de Doper ligt besloten in zijn zending als voorloper van de Messias. Hij leidde een streng leven. zoals de profeten van het Oude Testament, bijzonder zoals Elias (Mt. 11, 14), maar hij overtrof allen in heiligheid. Want hij moest getuigen van het Licht (Joh. 1, 8); aan hem openbaarde Jezus zich bij diens doop (Joh. 1, 28).
Zijn persoonlijkheid wordt gemarkeerd door de strenge levenswijze die hij zichzelf oplegde en aan anderen predikte, door het vaste vertrouwen in zijn roeping als Gods afgezant en door zijn nederigheid tegenover Degene die na hem moest komen (Joh. 3, 30). Christus prijst hem dan ook als “de grootste onder de kinderen der vrouwen” (Mt. 11, 11).
In de vierde eeuw was de verering van Johannes de Doper reeds overal verspreid. Talloos waren de kerken , die hem waren toegewijd (in Rome de basiliek Sint Jan van Lateranen).
Het bekendste feest van westerse oorsprong is de geboorte van Johannes de Doper. Dit wordt gevierd op 24 juni (6 maanden voor de geboorte van Christus).
Er is nog een tweede feest ter ere van Johannes de Doper, namelijk dat van zijn onthoofding; dit gedenkfeest wordt op 29 augustus gevierd. Johannes de Doper werd onthoofd op bevel van Herodes, omdat hij hem berispt had n.a.v. zijn affaire met Herodias, de vrouw van zijn broer (Lc. 6, 27).
Het loggiakleed van de Sint Jansbasiliek met
afgebeeld de Heilige Johannes de Doper.