Het waterstaatkerkje van Sint Jan de Doper zoals dat op de foto hiernaast te zien is, oogt idyllisch. Op de achtergrond is de huidige Warrekam zichtbaar, ervoor de pastorie. Maar de werkelijkheid was minder idyllisch. Het kerkgebouw vertoonde flinke mankementen. Bovendien nam de bevolking snel toe. Door import, maar vooral ook door de snel dalende kindersterfte. Dat betekende dat het kerkje al snel te klein werd.
Het is ook uit deze tijd dat de zaterdagavondmis stamt. Die heeft niet te maken met het katholieke gebruik feesten al aan de vooravond te vieren. De zaterdagavondmis stamt uit de tijd dat – inderdaad – de Nederlandse parochies zodanig uit hun kerken barstten dat men noodgedwongen zijn toevlucht zocht tot de vooravond en daarmee in de wereldkerk een trend zette.
De bekende pastoor Th.W. Hendriks pleegde overleg met zijn kerkbestuur dat in die dagen bestond uit de heren A. van Kessel, P. van Dijk, Elbert Majoor en Lambert Smit. Het zou een nieuwe kerk met een nieuwe pastorie worden.
Eerste steenlegging mei 1924
Op het podium: Pastoor Hendriks, Kap. Pelgrom, Kap. Smals
Rechts: Deken R. v.d. Hengel
Links: Pater Koffedraaier O.C., Kap. Kempers uit Bussum en Kap. Koelman eveneens uit Bussum.
H. ten Kroode, P. van ’t Rood, O. Dekker, H. Calis, P. Peeters, J. Willard, F. Calis, J. Arnold, J. de Leeuw, G. Terweijden, G. de Leeuw, G. Calis, H. Truijers, J. Hilhorst, W. Zeggers etc.
Zoals gewoon voor die dagen maakte de pastoor een rondgang door het dorp en haalde het voor die tijd forse bedrag op van 50.000 gulden.
In 1922 werd de bouw van de pastorie toevertrouwd aan de Larense architect H. Smit. In april 1923 kon die in gebruik worden genomen.
De bouw van de kerk werd in handen gegeven van de ervaren kerkbouwer W. ter Riele.
De eerste steenlegging vond plaats op 13 mei 1924 door pastoor Hendriks. De twee foto’s die daarvan zijn afgedrukt, laten zien wat een grootse gebeurtenis dat moet zijn geweest. Op de ene zijn de vele versierselen goed zichtbaar. Op de ander is te zien hoe de parochianen zich verdringen om niets van deze historische gebeurtenis te hoeven missen.
Het is vandaag – met alle pre-fab producten en technische hoogstandjes – nauwelijks te geloven hoe snel het enorme bouwwerk uit de grond is gestampt. Op 13 mei 1924 vond de eerste steenlegging plaats en nog geen anderhalf jaar later, op 28 oktober 1925, werd de kerk geconsacreerd. Niet door de bisschop van Haarlem, maar door de toenmalige aartsbisschop van Utrecht, de bijna legendarische mgr. Van de Wetering. Laren zou pas later bij het Haarlemse bisdom worden gevoegd.
Het is vandaag – met alle pre-fab producten en technische hoogstandjes – nauwelijks te geloven hoe snel het enorme bouwwerk uit de grond is gestampt. Op 13 mei 1924 vond de eerste steenlegging plaats en nog geen anderhalf jaar later, op 28 oktober 1925, werd de kerk geconsacreerd. Niet door de bisschop van Haarlem, maar door de toenmalige aartsbisschop van Utrecht, de bijna legendarische mgr. Van de Wetering. Laren zou pas later bij het Haarlemse bisdom worden gevoegd.
Na de consecratie van de kerk duurt het tot 13 december dat het Allerheiligste vanuit de oude naar de nieuwe kerk wordt overgebracht. De parochiekroniek vertelt dat dat gebeurde “onder geheimzinnig neervallende sneeuwvlokken”. Over de nieuwe kerk zegt de kroniekschrijver: “die met haar grootsch voorplein daar staat aan den eenige Brink als het Centrum van de parochie en de gemeente Laren”.
Dit onopvallend lijkende detail maakt de foto van het zij-aanzicht van de kerk zo bijzonder. De foto is waarschijnlijk op dezelfde dag genomen als die van het al genoemde ‘kale’ interieur. Naast de huidige pastorie is het nog het dak van de oude zichtbaar, die stond op de plaats van het huidige kerkplein. Om trouwens een idee te krijgen hoe men met de bouw heeft zitten passen en meten: waar zich de huidige doopkapel bevindt, was het jozefaltaar van de oude kerk.