
05 mrt vastentijd
Vasten
Een tijdlang je onthouden van het gebruik van bepaalde dingen. Het kan gaan om eten en drinken, maar tegenwoordig ook om andere dingen, bijvoorbeeld je auto minder of niet gebruiken, de computer of iPhone uit laten staan. Een goede manier van vasten probeert vier dingen te bereiken:
– een betere omgang met jezelf;
– een betere omgang met medemensen;
– een betere omgang met het milieu en de gehele wereld;
– een betere omgang met God.
Voor gelovige mensen zijn juist de eerste drie wegen in hun combinatie een goede manier om het vierde doel na te streven: een betere omgang met het geheim dat we God noemen. Vasten is voor gelovigen daarom ook steeds een voorbereiding op het hoogfeest van Pasen en een periode van inkeer en bezinning.
De katholieke vastenperiode begint op Aswoensdag en eindigt op de zaterdag vóór Pasen om 12.00 uur ’s middags. Dat zijn 46 dagen. De zondagen tellen niet mee als vastendagen, dus uiteindelijk blijven er 40 dagen over, vandaar de ‘veertigdagentijd’. Het getal 40 verwijst onder meer naar het aantal dagen dat Jezus volgens drie evangelisten in de woestijn verbleef en het aantal jaren dat de Israëlieten vanuit Egypte onderweg waren naar het Beloofde Land.
In de vastentijd draagt de priester tijdens de Eucharistie een paars kazuifel. Paars is in de R.-K. Kerk de symbolische kleur voor boete, berouw, inkeer en rouw. Uitzonderingen op de paarse kleur zijn de vierde zondag (Halfvasten) en Witte donderdag.